‘Opleidingen kunnen studenten straks sneller en efficiënter opleiden voor verschillende verpleegkundige specialisaties en medisch ondersteunende opleidingen. Dat is belangrijk nu de personeelstekorten in de zorg groot zijn. Maar flexibiliseren levert ook veel moois op voor verpleegkundigen zelf.’ Mirjam Lambooij is docent en vanaf 1 januari opleider in het LUMC én ze is een van de vier deelprojectleiders van
deelproject 1. Daarin worden belangrijke bouwstenen (EPA’s: entrustable professional activities) voor het nieuwe (vervolg)opleiden geformuleerd. De ruim twintig EPA’s voor ‘haar’ cluster zijn in definitief concept opgeleverd. Dat geeft Lambooij de tijd om te vertellen hoe de EPA’s tot stand kwamen.
Herkenbaar?
‘De EPA’s zijn echt door de praktijk geschreven. In iedere werkgroep en klankbordgroep zaten studenten, net-gediplomeerden, gediplomeerden, werkbegeleiders, praktijkbegeleiders, (theorie)opleiders en teamleiders.’ Lambooij vertelt dat de vraag ‘is het herkenbaar?’ steeds op tafel lag. ‘En iedereen beantwoordde die vraag vanuit zijn of haar eigen rol enbelang.’ In een themacluster werkten leden van de verschillende werkgroepen in dezelfde ruimte aan het bedenken en uitschrijven van beroepsactiviteiten (de EPA’s). Zo konden ze snel ideeën delen en vragen stellen. En dat werkte goed’, aldus Lambooij. Voordat de EPA’s het stempel ‘klaar’ kregen van de werkgroepen en de klankbordgroep, waren er zo’n vijf schrijf- en denkrondes nodig. Ze moesten én voldoende hoog over zijn om ze toepasbaar te maken voor de (vervolg)opleidingen in het hele land. Én ze moesten voldoende specifiek én herkenbaar zijn. Lambooij: ‘Een EPA moet je kunnen zien; het is een activiteit.’ Ze geeft een voorbeeld: ‘Communiceren als onderdeel van een EPA is niet concreet genoeg. Communiceren in een multidisciplinair overleg bijvoorbeeld wel.’
Mooie kansen
Naast Langdurige zorg zijn ook de andere themaclusters een flink eind op streek. Het werk voor Lambooij en haar helpers uit de opleidings- en zorgpraktijk zit er echter nog niet helemaal op. ‘We kijken nu met de andere themaclusters naar activiteiten die in verschillende specialisaties voorkomen. Zo kunnen we op termijn ook zorgen voor doorstroom tussen clusters.’ De oud-verpleegkundige in Lambooij is nooit ver weg. Ook vanuit dat perspectief ziet ze mooie kansen ontstaan: ‘Als ik nog werkte als CCU-verpleegkundige zou een flexibel en vernieuwd opleidingsstelsel mij nieuwe mogelijkheden geven. Ik zou snel door kunnen stromen naar bijvoorbeeld de IC of ambulancedienst door gericht een aantal EPA’s bij te leren. Maar ik zou ook heel gericht kunnen verdiepen op de CCU zelf.’ Lambooij geeft een voorbeeld: ‘Door de vergrijzing zou het voor de zorg op de afdeling en voor mijn eigen ontwikkeling als verpleegkundige heel interessant zijn als ik een of twee EPA’s behaal op het gebied van geriatrische zorg. Niet om over te stappen naar een andere specialisatie, maar om iets bij te leren wat op dat moment belangrijk is voor de omgeving waar ik werk.’