‘De vijver waarin we als ambulancediensten visten naar nieuw personeel raakte steeds leger. Daarom hebben we nu binnen Ambulancezorg Groningen een flexibele opleiding waaraan ook HBO’V-ers met minimaal drie jaar werkervaring mee kunnen doen. Afhankelijk van de bestaande kennis en ervaring gaat de een sneller door de opleiding tot ambulanceverpleegkundige heen dan de ander.’ Aan het woord is Chantal Struik, opleidingskundige en hoofd Leren en Ontwikkelen bij Ambulancezorg Groningen. In november 2018 lanceerde die dienst als eerste in Nederland deze nieuwe opleiding: de zogenoemde ‘lange tranche’. Tot aan dat moment was ambulanceverpleegkundige worden alleen mogelijk voor gespecialiseerd verpleegkundigen uit een van de acute specialisaties. Struik: ‘In de lange tranche leiden we flexibel op en dat werkt goed.’
Bewijzen in andere context
De belangstelling voor de nieuwe opleiding is groot. Uiteraard duurt deze langer voor niet gespecialiseerde verpleegkundigen dan voor de ervaren rotten die al werkten als anesthesieverpleegkundige of op de IC, SEH en CCU. ‘We werken met themakaarten, die je deels kunt vergelijken met de EPA’s (entrustable professional activities) zoals we die ontwikkelen in CZO Flex Level. De studenten moeten alle themakaarten behalen. In de eerste groep studenten voor de lange tranche zaten twee gespecialiseerd verpleegkundigen: een SEH- en een CCU-verpleegkundige. Zij behaalden een aantal themakaarten heel snel en zijn dan ook als eersten klaar met de opleiding.’ Struik benadrukt dat ook ervaren en al gespecialiseerde verpleegkundigen bij iedere themakaart moeten aantonen de kennis en vaardigheden te beheersen omdat de context een andere is. ‘Op een spoedeisende hulp hebben SEH’ers ongetwijfeld vaak en goed gereanimeerd. Het is echter totaal anders als je dat moet doen op straat en je er in eerste instantie alleen met je collega-chauffeur voor staat. Je moet je dus ook in die specifieke beroepscontext bewijzen. Vooraf weet je vaak niet wat je aantreft en je moet ook dan een goede reanimatie kunt uitvoeren.’
Kern- en specifieke EPA’s
In het themacluster Acute Zorg van CZO Flex Level is Struik als werkgroeplid nauw betrokken bij het vormgeven van de nieuwe flexibele opleidingen. Struik en collega’s werken aan het beschrijven van kern-EPA’s en specifieke EPA’s. De kern-EPA’s gelden voor alle acute specialisaties. Daarna gaat de student heel gericht verder met het leren van de EPA’s die van toepassing zijn voor zijn of haar werk. Struik geeft voorbeelden: ‘Een titel van een kern-EPA is bijvoorbeeld ‘zorgdragen voor een laag complexe zorgvrager ’. Een EPA-titel speciaal voor de ambulancezorg is ‘Organiseren en coördineren van het hulpverleningsproces bij meerdere zorgvragers’.’ Ze licht toe: ‘Dat is nodig voor het opschalen bij rampen.’ Een voordeel van de nieuwe situatie vindt opleidingskundige Struik dat een basistraject voor verpleegkundigen in de acute zorg duidelijker en overzichtelijker maakt wat iemand nog moeten leren om elders binnen de acute zorg aan de slag te kunnen. ‘Maar vooral dus ook wat niet meer hoeft. Sneller en minstens zo goed zorgprofessionals opleiden en behouden voor de zorg, dat is natuurlijk wat we met de flexibilisering van deze opleidingen willen bereiken.’