Uitgangspunten
Bij een KPE observeert de werkbegeleider de student tijdens het uitvoeren van een beroepsactiviteit. Vervolgens vindt een feedbackgesprek plaats en reflecteert de student op zijn/haar handelen. Per KPE wordt nadruk gelegd op één of enkele competentiegebieden. Een KPE is eenvoudig, gebruiksvriendelijk, en in alle praktijksituaties toepasbaar.
Voorbereiding
De student geeft bij de werkbegeleider aan waarop hij/zij feedback wil, zoals eerder bepaalde leerdoelen. Ook de werkbegeleider kan initiatief nemen tot een KPE. De student zorgt voor het formulier. Zorg dat na de observatie voldoende tijd is voor feedback (ongeveer 10 minuten).
Tijdens de observatie
De werkbegeleider let op wat de student zegt en doet, let op de reacties van de zorgvrager, en maakt zo nodig aantekeningen tijdens de observatie. Hij/Zij schrijft eventueel letterlijke formuleringen of concreet waargenomen gedrag van de student en/of zorgvrager op.
Nabespreking en invullen formulier
- De student begint met een reflectie: wat ging goed en wat kon beter? Deze wordt genoteerd op het formulier.
- De werkbegeleider geeft de student feedback: wat ging goed en wat kan beter (in deze volgorde). Deze feedback is concreet en gericht op toekomstige ontwikkeling. De begeleider richt de feedback in eerste instantie op van te voren afgesproken aandachtspunten.
Formulier
Download het formulier voor het toetsinstrument Korte-praktijkevaluatie.