‘Er gebeurt al veel moois en goeds, daar maken we graag gebruik van’. Aan het woord is Marit Rensink, opleidingsdeskundige in het Radboudumc. Rensink is – samen met Cristel Hekkert (CIVO) en Goof Claessen (Radboudumc) – projectleider van deelproject 2: Het ontwikkelen van generieke producten voor flexibilisering van opleidingen.
De drie projectleiders baseren zich in dit deelproject voor een belangrijk deel op best practices,want waarom het wiel opnieuw uitvinden als er al veel goede ideeën en methoden zijn? De opdracht aan de projectleiders van deelproject 2 is tweeledig. Er moet een gezamenlijke visie komen op de toekomstige opleidingen aan gespecialiseerd verpleegkundigen en medisch ondersteuners. Modernisering, flexibilisering en werkplekleren vormen daarbij de kern. Er is bijvoorbeeld aandacht voor het praktijkgerichte leren met EPA’s (entrusted professional activities), hoe de praktijk daarop kan worden ingericht en het inbouwen van theoretisch onderwijs met de bijbehorende toetsing. Daarnaast moeten implementatiemiddelen ontwikkeld die ervoor zorgen dat die visie straks ook in de praktijk wordt gerealiseerd. Rensink vertelt hoe zij en haar collega’s bestaande deskundigheid en ervaringen bij elkaar brengen en zo met velen samen werken in het deelproject.
‘Tijdens de werkconferentie die CZO Flex Level in januari 2019 organiseerde, de informatiebijeenkomsten in januari en februari en via de nieuwsbrief hebben zich veel mensen aangemeld om mee te denken over het toekomstige opleidingsaanbod. We hebben hen verzameld in twee werkgroepen. In de Visiewerkgroep werken bestuurders en onderwijs- en beleidsmakers aan het ontwikkelen van de visie. Inmiddels is een eerste concept klaar. Dit zal in de komende maanden verder worden verdiept en uitgewerkt. In de werkgroep Architecten van Leren verzamelen onderwijskundigen, praktijkbegeleiders, leerhuismanagers en -medewerkers via werksessies tot de zomer best practices bij zorgorganisaties in heel Nederland. Heel mooi, al die deskundigheid bij elkaar. Zelf hebben we een aantal studenten uitgenodigd om deel te nemen, want uiteindelijk draait het om hen!’
Ideeën bundelen
Bij best practices kan het bijvoorbeeld gaan om een manier van coachen op de werkvloer of een solide toetsingsbeleid, die al ergens prima functioneren. ‘Daar moeten we gebruik van maken’, aldus Marit Rensink. ‘Alle goede ideeën en methoden worden gebundeld en voor iedereen toegankelijk gemaakt. Daarbij kijken we of het past bij de EPA’s en of het inderdaad flexibilisering met zich mee brengt.’ De best practices worden verwerkt in een format, zodat ze met elkaar kunnen worden vergeleken en gestandaardiseerd. ‘Dat geeft veel schrijfwerk, maar dit is nodig om de best practices straks te kunnen omzetten naar een product of vorm die binnen EPA’s werkbaar is. Uiteindelijk leiden alle werkzaamheden tot handleidingen en implementatiemiddelen op basis waarvan het EPA-gebaseerde opleiden mogelijk wordt.’
Heb je ook een best practice die je wilt delen? Neem contact op met Marit.rensink@radboudumc.nl