Een PIO-oncologieverpleegkundige op de dagbehandeling die een patiënt bij al zijn verschillende afspraken volgt en zo de ketenzorg in kaart brengt. Een student-anesthesiemedewerker die zich verbaast over de omgang met materialen en een voorstel doet voor minder verspilling bij de voorbereiding van patiënten op een narcose. Een PIO op een kraamafdeling die een spiegelgesprek voorbereidt en organiseert waarin patiënten die eerder opgenomen waren, spreken over hun ervaringen op de afdeling. Zomaar wat mogelijkheden van EPA-overstijgende leeractiviteiten (EOL) die bijdragen aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling van studenten en PIO’s.
EOL maken, net als EPA’s, onderdeel uit van opleidingen – en eventueel ook van (individuele) leerroutes. Het CZO geeft een diploma af voor een opleiding waarvan de kern-EPA’s en de EOL met goed gevolg zijn afgerond. Voor ‘los’ behaalde EOL geeft het CZO een certificaat af. CZO Flex Level publiceert twee documenten met Kaders en uitgangspunten voor EPA-overstijgende leeractiviteiten (EOL) die bijdragen aan de ontwikkelmogelijkheden en carrièreperspectieven van verpleegkundige en medisch ondersteunende zorgverleners: een voor vervolgopleidingen en een voor initiële opleidingen.
Ontwikkeling is een continu proces
Dominique Verdaasdonk, onderwijskundig adviseur van CZO Flex Level licht toe: ‘In de opleidingsarchitectuur zijn EPA-overstijgende leeractiviteiten altijd benoemd als leereenheid naast de EPA’s – maar meer dan een ‘term’ was het lang niet. Pas nadat de EPA’s definitief, dus inclusief landelijk gedragen theorie, werden opgeleverd was het moment daar om uit te gaan werken wat er precies nog moest worden ‘verankerd’ in de EOL.’ Dominique vertelt dat ‘een leven lang leren’ en daarmee persoonlijke en professionele ontwikkeling een continu proces is. ‘Dat geldt voor studenten en professionals in opleiding binnen een vervolgopleiding, maar óók daarna. Iedere werkende zou de kans moeten krijgen zich te blijven ontwikkelen. Met EOL wordt vrijheid geboden om daaraan optimaal vorm te geven.’
Twee werkgroepen: voor VVO en voor initiële opleidingen
De Kaders en uitgangspunten voor EOL voor vervolgopleidingen zijn beschreven door een werkgroep met daarin o.a. Bea van Asselt, senior opleidingscoördinator VVO, Maastricht UMC +. Zij vertelt dat ook bij haar en de andere werkgroepleden aanvankelijk de EOL ‘wat was weggezakt’, maar dat de werkgroep al snel de EOL als een echte kans ging beschouwen: ‘De EOL biedt de mogelijkheid om extra aandacht te geven aan bepaalde beroepstaken die de directe patiëntenzorg overstijgen. Zo kunnen ze een persoonlijke en/of professionele ontwikkeling doormaken, bijvoorbeeld op zaken als zeggenschap, regie en verpleegkundig leiderschap.’ Die ontwikkeling een erkende en formele plek in de opleiding geven, dat ziet Bea als erkenning voor de doorontwikkeling die ook landelijk plaatsvindt, waarin de taken van zorgverleners, steeds meer de directe patiëntenzorg overstijgend worden.’
Op basis van de kaders voor de verpleegkundige vervolgopleidingen heeft een tweede werkgroep input geleverd voor de kaders en uitgangspunten voor de initiële opleidingen OA/MOZ/AM/RDL/RTL. Dominique licht toe: ‘Omdat dit basisberoepsopleidingen zijn nemen de EOL een grotere plek in tijdens de opleiding – naast de EPA’s natuurlijk. Daarnaast is EOL voor de initiële opleidingen echt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de praktijk en het opleidingsinstituut, waar die bij de VVO meer in de praktijk ligt.’
Praktische invulling
Bea ziet mooie kansen voor een heel praktische invulling van de EOL en tipt collega’s dan ook als volgt: ‘Laat de keuzevrijheid aan de student. Bespreek met haar of hem wat er nodig is. En benut de praktijkleerplaats daarvoor. In de Kaders en uitgangspunten staan goede voorbeelden, zoals ‘verwonder- of verbeterprojecten’, deskundigheidsbevordering van collega’s, het organiseren van een moreel beraad, participeren in een (zorgorganisatiebreed) innovatieproject of het uitwerken van een patiëntenreis.’
Bij veel projectleiders en praktijkopleiders waren er op z’n minst twijfels over de EOL. Zitten we dan niet weer met lange theoretische verslagen? Hebben we aan de EPA’s niet genoeg? Dat zijn vragen die werden gesteld. Bea nodigt haar collega’s uit om ‘om te denken’ en te ervaren dat er nu eindelijk officieel ruimte wordt geboden aan professionele en persoonlijke ontwikkeling die niet direct gerelateerd is aan één zorgvrager. Daarom vindt ze het terecht dat er ook voor is gekozen geen vrijstellingen te verlenen op EOL. Ze zegt daarover: ‘Je bent nooit klaar met ontwikkelen. Neem de CanMEDS. Als je als IC-verpleegkundige naar de SEH gaat, vraagt die andere context iets anders van competenties als bijvoorbeeld verpleegkundige leiderschap. Dan gun je die PIO toch dat zij of hij daarvoor ook in die andere context de ruimte krijgt?’
De twee documenten staan op de pagina over EOL en zijn – net als andere vastgestelde notities – te vinden onder ‘publicaties’. Zorgorganisaties en opleidingsinstituten kunnen het komende jaar ervaring opdoen met de toepassing van EOL. Deze ervaringen worden meegenomen in de evaluatie van de EPA’s per cluster in 2023.