‘Stel je voor: Je komt aan en op straat ligt een man die hemodynamisch instabiel is. Hij moet beademd worden. Door jou: een IC-verpleegkundige in opleiding tot ambulanceverpleegkundige. Dan komt dat ‘oh ja-momentje’. Je kent de medische situatie en hebt al vaak gezorgd voor dit type patiënt. Alleen…op de IC intubeerde de arts, en hier op straat sta je er samen met de ambulancechauffeur alleen voor. Jij moet de beademing starten en daarna ook intuberen.’ Met dit voorbeeld illustreert Marco Pfeijffer waar ‘m de kneep zit in het opleiden van verpleegkundigen voor de ambulance. De studenten hebben vaak jarenlang ervaring en al een of meer specialisaties op zak. Wat zij vooral moeten leren is de kennis en ervaring uit het ziekenhuis toepassen op straat. Of, zoals Pfeiffer dat vertaalt naar de CZO Flex Level-plannen: ‘Zij moeten hun bouwstenen meenemen naar de ambulance en daarmee in de praktijk verder leren.’
Behouden
Marco Pfeiffer is manager onderwijs bij Ambulancezorg Gelderland-Zuid en zo mede verantwoordelijk voor het praktijkleren van ongeveer vierhonderd ambulancechauffeurs en -verpleegkundigen, de zorgambulancebegeleiders en de centralisten van de meldkamer. Hij verzorgt onderwijs zodat iedereen vakbewaam dus bevoegd kan blijven. Pfeijffer volgt de ontwikkelingen in CZO Flex Level op de voet en neemt deel in het cluster Acute Zorg. Hij ziet veel in flexibel opleiden en werken. ‘Samen met het CWZ en het Radboudumc werken we samen om ervaren verpleegkundigen te behouden voor de acute zorg in onze eigen regio. In een pilot gaan verpleegkundigen rouleren tussen de IC, SEH en de ambulance. Zo bieden we ze uitdaging en afwisseling en hopen we ze voor de zorg in onze keten te behouden.’ De EPA’s (entrustable professional activities) maken dat makkelijker, verwacht Pfeijffer.‘We kunnen de verpleegkundigen dan heel gericht en op maat opleiden zodat ze goed kunnen werken op elk van de drie werkplekken.’
Nuttig
Sowieso ziet Pfeijffer veel in flexibel opleiden. ‘Zo lang je werkt moet je leren, vind ik. Maar verpleegkundigen zijn praktijkmensen die willen leren wat nuttig is. Doorstromen naar een ander vak binnen de acute zorg is nu vaak onnodig ingewikkeld. Door de EPA’s leer je alleen dingen waar je iets aan hebt,’ aldus Pfeijffer. ‘Er zijn genoeg ambulanceverpleegkundigen die echt wel eens wat anders willen uitproberen maar die geen zin hebben in weer twee jaar naar school. Als zij met kort bijleren op de SEH kunnen werken, dan biedt dat weer nieuwe perspectieven.’ Ook vanuit zijn eigen rol is hij blij met de EPA’s als belangrijke bouwstenen voor het nieuwe leren. De EPA’s zijn heel concreet. Omdat ze beroepsactiviteiten beschrijven zijn ze heel tastbaar. Bij het competentiegericht opleiden heb ik dat altijd gemist.’
Straatkennis
Wie een blik op Pfeijffer’s cv werpt, ziet dat hij zijn eigen levenslang leren-motto serieus neemt. Al snel na de in service-opleiding in het CWZ werd hij spoedeisende hulpverpleegkundige en daarna ook IC-verpleegkundige. Die combinatie bracht hem de gehoopte functie in het mobiel medisch team (MMT) dat in die jaren werd opgericht in het Radboudumc. Ter voorbereiding op dat werk deed Pfeijffer ‘straatkennis’ op bij de ambulancedienst en toen al vond hij dat mooi werk. ‘Het onverwachte maakt het werk zo aantrekkelijk. Je weet niet wat je te wachten staat. Soms moet je beslissen onder grote druk en soms doe je je werk in alle rust.’ Een aantal jaar en zelfs een kortstondig commercieel uitstapje verder, meldde Pfeijffer zich in 2003 voor de opleiding tot ambulanceverpleegkundige. Toen hij ook dat diploma op zak had, ging hij naast het werken op de wagen ook al snel lesgeven. Tegenwoordig draait Pfeijffer geen diensten meer als verpleegkundige. Naast zijn onderwijstaken is hij nog wel officier van dienst geneeskundig. In die functie geeft hij leiding geeft aan de geneeskundige inzet bij calamiteiten of rampen.